“Ik ben buikpijn en verstopping zat.” Dat gaf ik op als reden voor de afspraak met mijn huisarts. 15 jaar lang had ik gehoord: hoort erbij / niets aan te doen / hebt u last van spanning?
Het enige advies dat ik al die jaren kreeg: genoeg vezels, genoeg drinken en genoeg bewegen. Dat dat niet het probleem was, dat wist ik wel. Met goed eten hield ik het probleem wel binnen de perken. Vervelend, maar niet beperkend. Ik hield me liever met andere dingen bezig.
Zo duidelijk als nu was ik dan ook niet eerder geweest. Waarom nu wel? Het ging de helft beter. Het kon dus wel! Het hoorde er niet bij. Er was iets aan te doen. Ik had ontdekt dat wat ik precies at, veel verschil maakte.
Dat kwam zo: vorig jaar had ik een sabbatical. Dat heb ik onder andere gebruikt om mijn menu om te gooien. En dat hielp. De helft. En dus zei ik tegen mijn huisarts: “Het heeft sterk te maken met wat ik eet. En ik wil nu precies weten waaraan het ligt.”
Het onderzoek van de huisarts leverde wat op. En nu… is het rustig in mijn buik. Ongelooflijk rustig en stil. Heerlijk! Er valt een stuk spanning weg, letterlijk en figuurlijk. Ook al maakte ik me er al jaren niet druk meer over, ik voel de verlichting. En dat gaat verder dan alleen mijn buik.
Mijn dochter viel het als eerste op: “Je ligt erg weinig op de bank, mam.” En ze heeft gelijk. Mijn fysieke energie is dag na dag goed. Erg goed. Opvallend goed. Opvallend stabiel goed ook. Het verschil is subtiel – ik lag echt geen uren op de bank elke dag. Maar het is er wel. Een klein kadootje. Een mooie bonus.
Ik schrijf in mijn boek over de druk die pijn legt op je energiesysteem. Dit was niet veel pijn. Beetje irritant op de achtergrond. Nooit van wakker gelegen. Nooit pijnstillers nodig gehad. En toch maakt het verschil.
Lang leve de veerkracht van mijn lijf! Het is volgende maand 20 jaar geleden dat ik mijn eerste chronische diagnose kreeg. Dit wordt nummer 5. En met elke diagnose word ik fitter. Wat een perspectief!