Ken je dat, dat je na de ene vergadering je doodmoe bent en na een andere je bruist van de energie? Hoe komt dat? Dezelfde duur, dezelfde inspanning, maar toch stap je heel anders naar buiten. Hoe fijn zou het zijn als je expres heel veel dingen doet waar je energie van krijgt?

In mijn boek presenteer ik 11 strategieën voor meer energie. Een daarvan is om je energie te laten voeden door invloeden van buitenaf. Op welke manieren kan dat? En hoe kun je daar gebruik van maken, ook of juist als je een chronische aandoening hebt? In dit blog geef ik daarover een voorproefje.

Invloeden van buiten

Energie wordt op drie manieren van buitenaf beïnvloed:

• Door alles waar je lijf direct mee in contact komt. Dit noem ik voedende energie. Dit gaat natuurlijk over wat je eet, maar ook over wanneer je eet en hoeveel je eet. Maar het gaat ook over licht en donker, geluid en stilte, temperatuur, lucht, enz.
• Door mensen om je heen. Dit noem ik sociale energie. Sommige mensen of gezelschappen stralen energie uit. Maar dit gaat ook over het verschil tussen introverte en extraverte mensen. Sommige mensen laden op van alleen zijn, andere mensen juist van mensen om zich heen.
• Door je hele omgeving. Dit noem ik omgevingsenergie. Sommige mensen krijgen energie in een drukke stadsomgeving, anderen houden van de weidsheid van polder of zee. Wonen of werken in een omgeving waar mensen zich onveilig voelen of waar geruzied wordt, kan veel energie kosten.  

Gebruik maken van je omgeving

Iedereen wordt op deze drie manieren beïnvloed, maar op welke manier verschilt van persoon tot persoon. Wat de een energie geeft, kost de ander juist energie. Ik krijg bijvoorbeeld energie van een omgeving met veel bomen. Daar loop ik met gemak meer kilometers dan in de polders rond mijn huis.

Om van deze strategie gebruik te maken moet je dus ten eerste weten welke dingen jou meer energie geven. Kijk eens naar de dagen dat je veel energie hebt. Waar ben je die dagen geweest? Wie heb je ontmoet? Wat heb je gegeten?

Op sommige dingen heb je helaas weinig invloed. Schone lucht kun je niet in je eentje organiseren. De sfeer op je werk verander je niet alleen. Ik kan de polders rond mijn huis niet veranderen in bossen, maar wel mijn vakantiebestemmingen goed kiezen.

Over andere dingen heb je wel veel controle. Ik heb bijvoorbeeld verduisteringsgordijnen op onze slaapkamers want ik slaap beter als het aardedonker om me heen is. Met als extra bonus dat ik er maar een keer iets voor hoef te doen, namelijk gordijnen bestellen en ophangen, en er daarna jaren plezier van heb.

Andere mensen om hulp vragen kan ook. Een kennis die geen energie had om te koken, vroeg vriendinnen om kliekjes voor haar in te vriezen. Zo kon zij gezond blijven eten terwijl ze werkte aan haar herstel.

Werkt dat echt?

Bomen en gordijnen zijn toch geen behandeling voor de vermoeidheid van een chronische aandoening? Natuurlijk niet. Maar keer op keer merk ik dat omgevingsinvloeden ertoe doen, juist als je een chronische aandoening hebt. Zonder reservebatterij is het belangrijk tussendoor op te laden.

En dat kan! Bij PGOsupport ga ik altijd met meer energie weg dan dat ik kwam. Zelfs als het vrijdag is, ik een rotweek gehad heb en me ’s morgens afvraag hoe ik daar in ’s hemelsnaam ga komen.  Voor sommige mensen maak ik tijd, omdat ik weet dat het me energie oplevert.

Meer leren?

Wil jij ook weten hoe je meer energie kunt krijgen door handig gebruik te maken van je omgeving? In mijn boek staan meer ideeën en tips. Abonneer je op mijn nieuwsbrief (kijk rechts op de pagina) en je krijg als eerste bericht als het uit is!